Werkgroep Elektroencefalografie

EEG

Grafo elementen
Klik op een bolletje op een specifieke lokalisatie in de hersenen om naar het desbetreffende grafo-element te gaan. Of klik op één van de bolletjes aan de zijkant voor grafo-elementen zonder vaste lokalisatie. 

Alfa activiteit  
 

Ritme van 8-13 Hz aanwezig tijdens waak over de posterieure gebieden van de hersenen, met over het algemeen een maximale amplitude occipitaal. De amplitude is in volwassenen vaak lager dan 50 microvolt, in kinderen vaak hoger. Het alfa ritme is het meest duidelijk aanwezig wanneer de ogen gesloten zijn, tijdens fysieke ontspanning en relatieve mentale inactiviteit. Het wordt geblokkeerd door (visuele) input en mentale inspanning. 

 

Het alfa ritme kan asymmetrisch zijn in amplitude, waarbij de amplitude rechts vaak hoger is dan links. Over het algemeen is afgesproken dat een verschil in amplitude groter dan 50% abnormaal is. Het zelfde geldt voor een verschil in frequentie groter dan 1 Hz.

 

NB Bovengenoemd betreft het klassieke alfa ritme, wanneer de topografie en/of de reactiviteit anders is, wordt gesproken van activiteit in de alfaband of geldt een andere benaming afhankelijk van waar het voorkomt. Een synoniem is: posterieur dominant ritme.

 

Alfa variant  
Een ritme dat zich qua reactiviteit en lokalisatie gedraagt als een alfa ritme, maar niet de typische alfa ritme frequentie heeft. De frequentie is dus lager of hoger dan de alfa band, vaak in een supra- of subharmonische frequentie aan het alfa ritme.
Bèta activiteit  
Elk EEG ritme tussen 14 en 30 Hz (duur 33-72ms). Meest karakteristiek over de fronto-centrale gebieden gedurende waak. De amplitude van het bèta ritme varieert, maar is over het algemeen lager dan 30 mV. Het bèta ritme wordt onderdrukt door beweging van de contralaterale zijde of tactiele stimulatie. Diffuse bèta ritmes kunnen medicatie- of drugsgeïnduceerd zijn (bv alcohol, barbituraten, benzodiazepinen en intraveneuze anesthetica).
Delta activiteit  
Frequentie band van 0.1 -< 4Hz. Het voorkomen van deltagolven is normaal tijdens de slaap en vaak abnormaal tijdens waak. Belangrijk in de beschrijving is het polymorfe of monomorfe karakter van de delta activiteit. Monomorfe delta activiteit kan, afhankelijk van de lokalisatie, op onderliggende epilepsie wijzen. Een voorbeeld is Temporal Intermittent Rhythmic Delta Activity (TIRDA), een EEG patroon bestaande uit korte reeksen monomorfe delta activiteit temporaal, passend bij temporaalkwab epilepsie.
Gamma activiteit  
Activiteit 30 Hz en meer.
Lambda  
Een difasische scherpe transiënt over de occipitale regionen van het hoofd tijdens visuele exploratie, zoals lezen. De hoofdcomponent is positief ten op zichte van andere gebieden. ‘Time-locked’ aan saccadische oogbewegingen. De amplitude varieert, maar is over het algemeen later dan 50 mV. Genoemd naar de Griekse letter lambda, Λ. 
Mu ritme  
Ritme van 7-11 Hz, bestaande uit golven in de vorm van bogen (als de letter µ) over de centrale of centro-pariëtale gebieden tijdens waak. De amplitude varieert, maar is veelal lager dan 50 mV. Het mu ritme wordt onderdrukt door contralaterale beweging, gedachte aan beweging, willen starten met bewegen of tactiele stimulatie.
Posterior slow waves of youth  
Geïsoleerde trage golven vermengd met het posterieur dominant ritme, typisch bij jonge mensen in de leeftijd van 4-25 jaar.
Reactiviteit  
Een duidelijke verandering in EEG patroon op een sensore (visueel, auditief of pijn) prikkel. Deze verandering kan bestaan uit een verandering in frequentie, morfologie en/of amplitude, waaronder attenuatie van activiteit na de stimulus.
Thèta activiteit  
Ritme met een frequentie van 4-8 Hz. Veel benigne varianten, zoals SREDA, bevinden zich temporaal met ritmes in de theta band. Zie ook benigne varianten