Werkgroep Elektroencefalografie

EEG

Grafo elementen
Klik op een bolletje op een specifieke lokalisatie in de hersenen om naar het desbetreffende grafo-element te gaan. Of klik op één van de bolletjes aan de zijkant voor grafo-elementen zonder vaste lokalisatie. 

14 and 6-Hz positive burst or spikes  
Burst van boogvormige golven of (positieve) pieken met een frequentie van 14-17 Hz en/of 5 tot 7 Hz. Wordt vaak bilateraal gezien, posterieur temporaal en komt typisch voor tijdens doezel en lichte slaap. Treedt het meest frequent op bij adolescenten.  De amplitude is vaak lager dan 75 microvolt. Kan het best gezien worden in de ‘average montage’.
Breach rhythm  
EEG activity recorded over or nearby a defect in the skull vault (for example after a fracture, burr hole or craniotomy), of increased amplitude when compared to homologous areas on the opposite side of the head (usually by a factor of less than 3). The rhythm is composed of fast activity with a spiky appearance along with alpha and/or mu rhythms, due to lack of attenuation and distortion by the skull. Comment: a physiological
variant to be distinguished from epileptiform activity, although it may be associated with uderlying brain injury and therefore a liability to focal seizures.
Ciganek ritme  
Ook wel fronto-centrale theta. Dit theta ritme bevindt zich op de midline, anterieur van de vertex en verschijnt tijdens psychologische stress en cognitieve taken, specifiek bij probleemoplossing. Het komt met name voor bij jong volwassenen (<30 jaar).
Six Hz spike-and-slow-wave  
Piekgolfcomplexen met een frequentie van 4-7 Hz, die bilateraal synchroon voorkomen in korte bursts, zowel symmetrisch als asymmetrisch. De amplitude is het hoogst posterieur of over de frontale afleidingen. De amplitude is vaak lager dan piekgolfcomplexen met een lagere frequentie. Komt met name voor tijdens doezel. Synoniem: phantom spike-and-wave.
Small sharp spikes (SSS)  
A normal variant. Small sharp spikes of very short duration (<50 ms) and low amplitude (<50 mV), often followed by a small theta wave, occurring in the temporal regions during drowsiness and light sleep. Synonym: benign epileptiform transients of sleep (use of term discouraged).
Subclinical rhythmic discharges of adults (SREDA)  
This paroxysmal pattern is usually seen in the adult age group (typically over 50 years) and consists of a mixture of frequencies, often predominantly in the theta range, lasting 40–80 s. It may resemble a seizure discharge but is not accompanied by any clinical signs or symptoms. The significance of this pattern is uncertain, but it should be distinguished from an epileptiform seizure pattern.
Temporal slow activity of the elderly  
Pattern of uncertain significance but usually not considered abnormal. Unilateral (most often on the left side) or bilateral, short runs of theta or delta activity intermixed with the background activity over the temporal region(s), in subjects >50 years of age, without clinical abnormalities. Often accentuates during drowsiness and hyperventilation.
Wicket spikes or wicket waves  
Scherpe op pieken lijkende monofasische negatieve golven, zowel geïsoleerd als in een reeks voorkomend over de temporale gebieden, typisch unilateraal, tijdens doezel. Het kan op een mu ritme lijken.